Op Welcome to the Village zagen we pianist Martin Kohlstedt een indrukwekkend optreden geven. Na zijn de hypnotiserende geluiden van zijn set gehoord te hebben konden we het niet laten wat vragen aan hem te stellen over pianospelen, improviseren en muziek in het algemeen.

Dat was zeer bijzonder om mee te maken Martin. Herinner jij je nog de eerste keer dat je een piano aanraakte?

Heel erg bedankt. Ja, ik herinner me de eerste keer dat ik begon met piano spelen nog. Ik was twaalf. We hadden een ontstemde piano in de woonkamer staan, dus daar ging ik wel eens achter zitten en dan speelde ik de A-toets op de maat van het tikken van klok die in de kamer stond.

Dat was heel meditatief voor mij. Dus op een gegeven moment begon ik toon op toon, op toon op toon te stapelen. Stap voor stap begon ik mijn eigen muzikale taal te ontwikkelen, met een eigen terminologie.

Je hebt je eigen manier ontworpen om muziek te interpreteren. Dus je was je niet bewust van de noten, tonen en akkoorden die je speelde?

Ja, ik was gewoon aan het experimenteren met geluiden, ik combineerde tonen en akkoorden die ik leuk vond en ik negeerde combinaties die me niet aanspraken. Dat heb ik zo’n drie jaar gedaan. Toen ik vijftien werd begon ik met keyboardlessen. Toen raakte ik bekend met de traditionele manier van muziek lezen en interpreteren.

Was dat moeilijk, nadat je het zo lang op je eigen manier had gedaan?

Eigenlijk niet nee. Het hangt van de leraar af. Een klassieke leraar zal je eerder dwingen om een “echt” systeem te volgen, en je in de rug duwen als je niet rechtop zit tijdens het spelen. Gelukkig had ik een jazzleraar. Een hele aardige, ruimdenkende gast met wie ik kon praten over hoe ik tegen muziek aankeek en hoe ik het ervoer.

Dat was het moment waarop ik wist dat ik op de juiste plek zat en dat ik de jazzkringen moest leren begrijpen, zodat ik ook met andere muzikanten kon praten. Dus ik begon jazzlessen te volgen.

Omdat je op een andere manier tegen geluid aankijkt, zijn we bij Chordify wel geïnteresseerd naar je favoriete akkoord. Heb je die?

Even denken. Ja ik heb een favoriet akkoord. Een Em met een vier erin. Ik weet niet waarom, maar misschien heeft het te maken met de manier waarop ik muziek componeer. Als ik begin bepaal ik nog niet of een stuk in majeur of mineur komt te staan. Met dit akkoord houd ik alle opties open. Het helpt me vrij te zijn in mijn spel.

Het viel me op dat er veel percussie in je stijl zit. Waar komt dat vandaan?

Dat klopt. De naam van die song is TARNAO en het bestaat uit twee drieletterpatronen – ik geef mijn patronen altijd een naam. Als ik speel combineer ik deze patronen, zodat het een grote improvisatie wordt. TAR is heel percussie georiënteerd. In het bijzonder het stuk dat ik deed voor de sessie, waar ik de toetsen erg hard aansla, bijna als een soort drums.

Dus als je componeert ga je nog steeds terug naar de piano in je ouders woonkamer. Heb je dat originele instrument nog steeds trouwens?

Nou, ik heb hem soort van nog steeds. Van binnen is de piano nieuw, maar de behuizing komt van het oude instrument.

Heb je je piano een naam gegeven?  

Interessant gedachte. Nou ik heb eigenlijk nooit echt een naam voor mijn piano gehad. Het was meer een soort aanwezigheid, een gevoel dat ik associeer met het instrument. Net als een partner, iemand met wie je praat en speelt.

Wat vind je het leukst aan het artiestenbestaan?  

Ik ben vrij. Feit wil dat ik opgroeide in een zeer conservatief deel van Zuid-Duitsland. Iedereen had het altijd over de toekomst in termen van geld verdienen. Welke banen het beste zijn, met welke vaardigheden je het rijkst kon worden. Zo ben ik niet. Daarom vond ik die redeneringen niet leuk.

Waar ik echt van houd is rondreizen, nieuwe mensen ontmoeten en van hun te leren, en met hen over muziek te praten. Dat soort vrijheid kan ik niet uit ander werk halen, omdat ik doe wat ik het liefst doe: muziek maken.

Wie is de meest inspirerende mede-artiest die je de afgelopen jaren ontmoet hebt?  

Ik moet denken aan een wonderlijk persoon met wie ik een improvisatie deed. Hij heet Peter Broderick en ik heb samen met hem een sessie gespeeld in Münster en ook voor een Duits radiostation, NDR. We kenden elkaar niet persoonlijk, maar we hadden een heel intieme improvisatiesessie. Hij is heel expressief en ik was heel introvert aan het begin.

Terwijl we aan het jammen waren leerden we elkaar kennen door de muziek. Dus we raakten bekend door het samenspel. Dat is een heel andere manier van met elkaar praten – een totaal verschillende, diepere conversatie – dan gewoon zitten en van gedachte wisselen.

Dat klinkt geweldig. Ik heb een laatste vraag voor je Martin. Als je een tip zou kunnen geven aan een beginnende muzikant, wat zou die dan zijn?

Wacht met bladmuziek. Gebruik je eigen inspiratie bij het leren kennen van je eigen instrument. Ga pas de regels volgens nadat je eerst zelf op ontdekkingstocht bent geweest in de wereld van geluiden.

Wat vind je van dit artikel?👍 👎Je hebt al gestemd!
+ posts

Teo creates content, which means he writes, a lot, about music, and all things interesting. When it comes to jamming, his weapon of choice is the bass guitar.