De Belgische band STUFF. speelt een mix van jazz, beats en elektronica die je hart een sprongetje van geluk laat maken. Tijdens Rockit in De Oosterpoort spreken we de groep over de jazzscene in België, hun groepssound en hun muzikale guilty pleasures.
Drummer Lander, saxofonist Andrew, basgitarist Dries en turntablist Menno zitten rustig in hun kleedkamer. Hapjes en drankjes zijn uitgestald op een lange tafel. Tourmanager Tim drukt ons met een vriendelijke glimlach een flesje water in de handen. We hebben zoveel vragen voor de jongens uit Gent en Antwerpen dat we gelijk beginnen met afvuren.
Hallo boys, hoe is het met jullie?
Lander: “Goed, goed. We komen net uit Manchester. Daar hebben we opgetreden en zijn vervolgens doorgegaan naar Le Guess Who en eindigen ons tourtje hier bij ROCKIT.”
Hebben jullie een druk tourschema?
Dries: “We touren niet aan een stuk door. Nu hebben we bijvoorbeeld vier dagen achter elkaar een optreden; dan pakken we een paar dagen rust. Het gaat met vlagen en dat is ook hoe we het willen. Het langste wat we achtereen hebben getourd is twee weken.”
Jullie komen uit Gent en Antwerpen. Bestaat in deze steden een bloeiende jazzscene?
Dries: “In België? Jazeker. Zo is er van alles aan de gang, ‘new wave of Belgium jazz’ is iets wat de laatste jaren in opkomst is. Daar maken wij met STUFF. ook deel van uit. Een vergelijkbare groep uit deze stroming is Dans Dans. In Gent zijn ook heel veel mensen bezig met nieuwe toffe dingen.”
Wie van jullie komt qua sound met de meest freaky dingen aanzetten?
Dries: “Iedereen.”
Echt waar? Er is niet één iemand die de rest overtreft?
Dries: “Wat jij zegt suggereert dat er een standaard is die voorschrijft of iets wel of niet normaal is. Ik denk niet dat zoiets bestaat.”
Andrew: “We focussen ons op de groepssamenwerking. Wanneer er iemand uitschiet dan roepen we hem terug, zodat de groepssound bewaard blijft. Als het om weirdness gaat dan bespreken we het. Stel ik breng in de eerste tel van een track gekkigheid, dan mag Dries dat de volgende tel doen. Zo pakken we het aan.”
Jullie muziek bestaat uit heel veel grooves, laagjes, ritmes die vertraagd en versneld worden. Het is bijna een soort van trippy jam. Is wat jullie op podium doen dat ook, of is het juist helemaal ingestudeerd?
Menno: “We jammen veel.”
Lander: “Dat klopt, we jammen veel. Maar het eindproduct is een vaste compositie.”
Dries: “De muziek komt tot stand vanuit een jam, dat zie je terug in de dynamiek van de nummers. Als we eenmaal een vorm hebben gevonden in de compositie dan zetten we het vast. Live is er weinig tot geen improvisatie meer.”
Andrew: “Nummers ontstaan vaak in jams zoals Dries zegt. We nemen vaak onze jams op en editen dan een stukje dat past uit de ene improvisatie en voegen daar een stukje uit een andere jam aan toe. Als de edit klaar is leren we deze weer spelen en nemen de uiteindelijke versie op. Sommige nummers bestaan vaak uit drie of meer jams.”
Hebben jullie ook favoriete akkoorden waar je graag op terugvalt?
Andrew: “Majeur-kruis-elf-akkoorden vind ik wel echt tof.”
Dries: “Dat is heel relatief vind ik. Zelf heb ik geen favorieten.”
Spelen jullie naast STUFF. ook in andere projecten?
Lander: “Ja, wij zijn allemaal zelfstandige muzikanten die samenkomen in STUFF. Daarnaast hebben we ook andere projecten waar we aan werken. We zijn allemaal actief in verschillende bands, die vaak ook verschillende genres spelen.
“Het is niet zoals bij sommige rockbandjes die vanaf hun zestiende met elkaar spelen. We zijn ooit begonnen samen te jammen in een club in Gent en dat is uit de hand gelopen. Daar liggen de roots van STUFF. Je merkt ook dat we uit verschillende hoeken komen, want onze muziek gaat alle kanten op zoals je al opmerkte eerder.”
Andrew: “We hebben allemaal een jazzachtergrond. Veelzijdigheid en verschillende samenwerkingen horen veel meer bij die scene. Daaruit kennen we elkaar ook wel langer en hebben wel eens samen dingen gedaan met bepaalde mensen die nu in STUFF. spelen. Maar zo samen is echt sinds de band is opgericht.”
Tof om te horen, dat maakt ook de dynamiek in jullie band duidelijk. Als je beginnende muzikanten één advies mag geven, wat zal dat zijn?
Menno (met een lachje): “Don’t quit your day job.”
Andrew: “De oren volgen. Veel muziek luisteren en doen wat jij tof vindt. Uiteindelijk gaat het er om dat je gelukkig wordt van de muziek die je maakt, want de rest kost zoveel energie. Stel je neemt een plaat op en je gaat op tournee, dat kan stressvol zijn. Dan moet je iedere keer dat je het podium betreedt voldoening halen uit wat je doet. Als dat niet zo is dan ga je er aan kapot.”
Lander: “Daar ben ik het mee eens. Blijf dichtbij jezelf. Dat doen wij ook. Als we een compositie spelen, maar het voelt niet goed, dan kijken we waarom dat zo is. Vaak kom je er achter dat we te ver van onszelf staan in het stuk. Zoiets los je op door weer terug naar de tekentafel te gaan.”
Hoe ziet de nabije toekomst er voor STUFF. uit?
Dries: “We zijn nu op een punt aangekomen dat we nieuwe muziek moeten gaan maken. Ons laatste album stamt uit 2016. Dit is niet negatief, maar we hebben zoveel getourd met deze plaat dat het tijd is om de studio weer in te duiken. We kijken ook allemaal uit naar een periode van knutselen en creatief zijn.”
Tot slot, wat zijn jullie muzikale guilty pleasures voor onder de douche?
Dries: “Dit suggereert weer dat er een norm is, waar ik niet in geloof. Maar ik snap wel wat je bedoelt. Voor mij is dat Meshuggah.”
Andrew: “George Michael is wel een favorietje van me.”
Menno: “Whitney Houston, daar heb ik wel een zwak voor.”
Lander: “Voor mij is het Mint Condition. Check de YouTube-clips maar, dan snap je wel waarom.”
Gaan we doen STUFF. Dankjewel!
Foto’s by Knelis, gemaakt op Rockit in De Oosterpoort. Heb je STUFF. gemist tijdens ROCKIT? No worries, check hun tourschema hier.
Teo creates content, which means he writes, a lot, about music, and all things interesting. When it comes to jamming, his weapon of choice is the bass guitar.