De band Whispering Sons uit België maakt hypnotiserende post-punk. Tijdens Eurosonic waren ze bij ons te gast voor een sessie. Met het festivalseizoen in het verschiet besluiten we de band te bellen. Even kijken wat er allemaal op het programma staat de komende maanden. Gitarist Kobe neemt de telefoon op.

Foto door Jasper Bolderdijk

Ha Kobe, alles wel?

Jazeker! We werken allemaal, dus de aanloop naar het aankomende festivalseizoen is druk. Zo zijn we laatst snel op en neer gegaan naar 3voor12 in Hilversum voor een radio-optreden. Het is een hele onderneming, maar aan de andere kant is het ook een mooie kans om met onze muziek meer mensen te bereiken.

En het festivalseizoen is nog niet eens begonnen!  

Nee, dat klopt. Dat wordt echt heel druk. We zijn geboekt op dertig festivals door heel Europa, waaronder Best Kept Secret, Sziget, Rock Werchter en Dour. Dat zijn gemiddeld zo’n drie shows per week. In het najaar touren we nog verder met de plaat Image, dus we zijn tot aan het einde van het jaar heel druk bezig.

Luister je zelf veel naar andere muziek behalve je eigen tracks?

Ja dat doe ik zeker, wij allemaal trouwens. Gelukkig heb ik een baan waarbij dat ook goed kan, dus ik ben van negen tot vijf muziek aan het luisteren. De meeste artiesten die op festivals als Down the Rabbit Hole en Best Kept Secret staan ken ik wel. De laatste tijd luister ik veel naar Cate Le Bon. Maar eigenlijk luister ik naar veel uiteenlopende muziekgenres.

Heb je favoriete akkoorden wanneer je nummers aan het schrijven bent?

Ik kom vaak met een idee, iets kleins. Dat kan een melodie zijn of een gitaarpartij. Vaak is het in mineur, daar gaat mijn voorkeur toch wel naar uit. Daarmee creëer je een wat meer melancholische sfeer. Denk aan akkoorden als Gm en Bm.

Is de gitaar je eerste instrument?

Nee, ik heb heel lang piano gespeeld, daar heb ik alles op geleerd. Die eerste piano heb ik ook nog, die doe je natuurlijk niet zomaar weg. Pas op mijn veertiende ben ik begonnen met gitaarspelen. Dat heb ik mezelf grotendeels aangeleerd. Dat is ook de periode waarin ik veel naar rockmuziek begon te luisteren.

Foto door Jasper Bolderdijk

Je bent dus autodidact op de gitaar. Heb je dan ook een specifieke stijl van spelen?

Ik zou zelf mijn stijl als melodisch beschrijven. Het is wel grappig, want dan komen we toch terug op die jaren piano spelen uit, maar mijn spel is als de rechterhand op de toetsen. De linker doet het ritme en de rechter de melodie.

Je eerste piano heb je nog, maar heb je ook je eerste gitaar bewaard?

Nee, die heb ik niet meer. Dat was ook een hele goedkope gitaar. Die zit je ontwikkeling meer in de weg dan dat-ie je helpt. Daarom heb ik dat instrument ook op een gegeven moment weggedaan. Volgens mij is dat wel vaker zo met eerste gitaren.

Wat vind je tot nu toe het meest uitdagende aan de muziekindustrie?

Ik vind het heel uitdagend dat je op heel veel vlakken relevant moet blijven. Meer dan dat het vroeger zo was. Door internet gaat alles heel snel en je moet werken om niet vergeten te worden. Je hebt socialmediakanalen die je moet onderhouden en het lijkt alsof je steeds sneller nieuwe muziek moet produceren.

Daarnaast is optreden nog steeds heel belangrijk en tijdsintensief. Het uitdagende in mijn ogen is dat je al die dingen moet combineren. Het creatieve deel van muziek lijkt ook meer te wijken voor hoe je je als band presenteert naar de buitenwereld. Dat is ook tijdrovend, maar noodzakelijk.

Jullie zijn met Whispering Sons veel op tour. Heb je mooie tourverhalen voor ons?

Dat vind ik een lastige. Op tour gebeurt natuurlijk veel en een deel daarvan is heel grappig, dat vinden we zelf dan. Ik betrap mezelf er wel eens op dat ik iets vertel en dat mensen me zo aankijken van: ‘ja en …?’

Foto door Jasper Bolderdijk

Met andere woorden, je had erbij moeten zijn.

Precies. Wat trouwens wel heel leuk was dat tijdens onze laatste Zwitserse tour twee van de drie backstage ruimtes een tap hadden. Je eigen bier tappen is toch anders dan drinken uit een flesje of blik.

Jullie blijven tenslotte Belgen wat vers bier betreft.

Zeker!

De dames van Gurr vertelden ons dat ze als fangirls een keer Dave Grohl in de backstage tegenkwamen. Heb jij weleens een artiestenruimte gedeeld met een collega waar je fan van bent?

Niet iemand als Dave Grohl. We hebben met de band wel een tour gedaan als voorprogramma van The Soft Moon. Dat is een band uit de postpunk die ik hoog heb zitten. De eerste avond was ik ook echt zenuwachtig, misschien een beetje starstruck. Maar het zijn hele fijne mensen, dus de zenuwen gingen snel weg.

Voor de rest staan we op Rock Werchter samen met de The Cure. Dat is wel een band waar ik veel naar geluisterd heb en die ik ook fantastisch vind. Maar ik denk niet dat ik op ze af ga stappen om met ze te praten. Dat lijkt me een beetje raar.

Tot slot, wat voor advies zou je beginnende muzikanten willen meegeven?

Voor beginnende artiesten is het heel belangrijk om veel live te spelen. Social media onderhouden en een tof imago uitstralen is leuk, maar als je het live niet waar kunt maken is dat heel jammer. Dus speel zoveel mogelijk voor andere mensen. Vergeet daarbij niet te genieten—ook als je geboekt bent voor bijna geen gage en je voor een lege zaal speelt.

Wat vind je van dit artikel?👍 👎Je hebt al gestemd!