De Slackers spelen onvervalste New Yorkse ska. Zowat dertig jaar hebben deze gasten zich al aan de muziek gewijd. Wij besloten ze een backstagebezoekje te brengen tijdens hun Europese tour, om het over akkoorden, gitaarhacks en hun favoriete nummers te hebben. 

In de coulissen van de Vera in Groningen ontmoeten we Jay en Dave van de Slackers. De New Yorkers nemen net de laatste hap van hun lunch, en terwijl Dave worstelt met een easyJet-formulier,  komt Jay bij ons aan tafel zitten. 

Dave Hillyard live in Vera. Photo: Simone van der Heijden

Hi guys, bedankt dat jullie met ons wilden afspreken. 

Jay: Geen probleem. 

Dave: Jongens, begin maar zonder mij. [lachend] Ik sluit me aan zodra ik deze hack op mijn telefoon heb opgelost. 

Hoe gaat het met jullie Europese tour?

Jay: Goed! De Vera-show is onze tiende. 

Dave: Ja klopt. Een derde van de tour zit er nu op.

Jay live in Vera. Photo: Simone van der Heijden

Dertig shows in totaal? Wauw, dat is best veel.

Dave: Ja, dan ben je ongeveer een maand onderweg. Het duurt iets langer dan normaal, omdat we allemaal extra vluchten hebben. Als je veel geld hebt kun je het in een week of een weekend doen. 

Jullie spelen al zo’n vijfentwintig jaar samen, hoe houden jullie het vol? 

Dave: Meer nog zelfs. De band begon in 1991, dus dat is achtentwintig jaar geleden. En onze bezetting is niet meer veranderd in de laatste … wat? Zestien jaar misschien? [kijkt naar Jay]

Jay: Vijftien jaar geleden, in november. Toen kwam ik erbij en ging Q-Maxx weg. Dus de bezetting is in vijftien jaar niet veranderd, en dat is de langste periode in de bandgeschiedenis. 

Ja, dat is behoorlijk lang. Zijn jullie dan ook zo goed op elkaar ingespeeld dat je elke volgende stap al kan voorspellen?

Jay: In de meeste gevallen, ja. Dat is niet altijd goed, omdat je er stram van wordt en dus onvoorbereid bent op situaties waarin iemand iets onverwachts doet. Dat kan op je zenuwen werken, zo van: “Waarom doet ie dat nu ineens?” Terwijl je eigenlijk blij moet zijn als iemand iets nieuws probeert. Dat is juist goed. Het bevordert spontaniteit en groei. 

Repeteren jullie nog regelmatig?

Jay: Ja, dat doen we meestal wanneer we weer gaan touren. Dan poetsen we de boel weer even op. In de zomer en winter nemen we namelijk pauze. Soms, als we toevallig allemaal in de stad zijn komen we ook wel bij elkaar. Als we touren dan repeteren we elke week, om wat nieuw materiaal te kweken. 

“De oude repetities hadden een losse opvatting van tijd.”

Is er iets veranderd sinds jullie eerste repetitie vijftien jaar geleden?

Jay: Onze repetities zijn nu korter en onder strakker regime. Vroeger hielden we van die jamsessies die vijf à zes uur duurden in onze kleine studio Version City – de studio van King Django. De Slackers konden elke dinsdag en donderdag in de ruimte en dan waren er van die uitgerekte repeteersessies. 

Er werd bier gedronken en we konden zo vijf uur aan twee nummers besteden. We speelden ze eindeloos, we werkten aan arrangementen en experimenteerden met verschillende partijen. Nu is het meer twee à drie uur. We huren een studio en werken aan hele specifieke dingen. Er heerst meer discipline, niemand drinkt of rookt. [lachend] Het is net werk. 

Dave: Laten we wel eerlijk zijn, vroeger rookten en dronken we tijden repetities. [lachend] Kom op Jay, we speelden echt niet vijf uur achter elkaar. Het was een vijf uur durende repetitie, maar er werd maar twee en een half uur gespeeld. 

Dus het begon allemaal heel romantisch en toen werd je volwassen.   

Jay: Ja dat klopt wel ongeveer. 

Dave: Maar New York is ook veranderd. Het is niet efficiënt qua kosten om zo’n ruimte de hele tijd te huren. Het is gewoon te duur. Er was vroeger heel veel kelderruimte in NY, en het was ook betaalbaar. Mensen konden er hun spullen kwijt en iedereen kwam langs om te jammen. 

Tegenwoordig is het makkelijker om een repetitieruimte voor een paar uur te huren die al volledig voorzien is. Het zijn niet je eigen spullen, maar je kunt wel direct aan de slag. De nieuwe uitdaging is dat iedereen op tijd is. De oude repetities hadden een losse opvatting van tijd. 

Jay: Het is leuk op een andere manier. Toendertijd was het hangen op zich al leuk – roken, drinken, spelen, jammen. En nu is het leuk om strak te spelen en echt iets te bereiken. Het is leuk om de dag hier te beginnen [geeft met zijn handen een afmeting aan] en te kijken hoe ver je bent na drie uur. Dus het is nog steeds leuk, maar op een andere manier.

Hoeveel uur oefen je ongeveer als je alleen bent?

Jay: Ik ongeveer een uur per dag. Ik probeer meer te doen, maar gemiddeld is het ongeveer een uur. 

“als je nu al uren besteedt aan het verbeteren van je techniek, is dat voordelig voor je vaardigheden op de lange termijn.”

Heb je nog advies voor mensen die meer uit hun oefentijd willen halen?

Jay: Ik begon na dertig jaar een keertje met lessen. En mijn leraar was meer bezig met het corrigeren van fundamentele fouten dan het bijbrengen van gevorderde dingen. Met betrekking tot technieken: plectrumaanslag, het verankeren van je eerste vinger welke vinger je ook gebruikt voor het spelen, meespelen met een metronoom, dat soort dingen. Allemaal basis. 

Ik snap dat het niet leuk is om je toonladders te oefenen, maar door deze dingen is mijn gevorderde spel ook vooruit gegaan. Ik moest teruggaan om vooruit te kunnen. Dus mijn tip is: als je nu al uren aan het verbeteren van je techniek besteedt, is dat voordelig voor je vaardigheden op de lange termijn.

The Slackers live in Vera. Photo: Simone van der Heijden

Dave hoe zit het met jou, hoeveel tijd besteed jij aan het oefenen op de saxofoon?

Dave: Nou, het oefenen schoot er eigenlijk een beetje bij in, maar toen heb ik de draad wel weer opgepakt. Met betrekking tot tips, ik zoek altijd naar melodieën die ook als technische oefening gezien kunnen worden.

Ik snap toonladders en akkoorden niet echt, tenzij er iets klikt en ik denk, “oh zo zit dat”. Voor mij is het meer een soort kleur. Dus, zoek een liedje of een solo waarin datgene dat je wilt leren voorkomt en ga dat spelen.

Jullie zijn onderdeel van een grote band, is het moeilijk om dat muzikaal strak te houden?

Jay: Binnen de band bestaat een structuur die we allemaal kennen en respecteren. Er is een voorste linie en een achterste linie die als ritmesectie fungeert. Niet overspelen is heel belangrijk hierbij. Iedereen heeft een rol. De blazers zijn verantwoordelijk voor de melodie en de meeste solo’s.

De achterste linie moet het ritme constant houden en soms krijg ik dan een solo. Soms moet er ook meer leadachtig werk verricht worden. Door al die dingen is Vic dan vrij om te zingen, mee te spelen op zijn orgel en de hele compositie meer kleur te geven. Dus we kennen allemaal ons positie, we houden ons eraan en we overspelen niet.

Dave: Spelen als team is de hoofdgedachte. Niet ieder voor zich. Alle delen moeten zo in elkaar passen.

Wat is het eerste dat jullie doen tijdens een soundcheck voor een show?

Jay: [lachend] We doen geen soundcheck. Maar natuurlijk is het heel belangrijk om te kijken of alles werkt als we dat wel doen. Systematisch je apparatuur langs gaan, stap voor stap: maakt je instrument het geluid dat het moet maken, staat je versterker goed afgesteld? Het klinkt stom, maar zelfs als alles gewoon werkte de vorige dag bestaat er een kans dat het de volgende dag niet meer werkt. Er kan van alles gebeuren: een kabel die breekt, een stekker die ermee ophoudt.

Dus check alle pietluttige dingetjes van je versterker tot je pedalen. Zet het even aan, check je vibrato, check de reverb, kijk naar de getallen van de EQ, zorg dat de kabels het doen. Als de zaal eenmaal vol is moet je altijd nog wat aanpassingen doen, maar het is goed om een beginpunt te hebben.

En hoe werkt dat op de saxofoon dan Dave?

Dave: Op de saxofoon is het belangrijk om te checken of alle toetsen het doen. Je wilt niet het podium oplopen en dan denken oooohh … [kijkt verrast]

Hebben jullie ooit zo’n epische faalactie meegemaakt?

Dave: Oh ja zeker, dat hebben we zeker gehad.

Jay: Je kunt alles soundchecken, maar er kan nog steeds iets misgaan als je dertig minuten later het podium opgaat. Mijn gitaar is wel eens geheel ontstemd geweest, terwijl ik hem een paar minuten daarvoor nog gestemd had; of dat mijn kabel eruit floept op het moment dat ik een solo wil inzetten.

Dave: Het is meerdere keren gebeurt dat er stukken uit mijn sax zijn gevallen. Dus ik heb een techniek ontwikkeld die dat soort dingen voorkomt. Het is een loopje dat langs alle toetsen en alle noten gaat. Dus als ik die dag slim ben speel ik het een paar keer van achter naar voren om zeker te zijn dat alles werkt.

En hoe vaak ben je slim?

Dave: [grijnzend] Ik speel het eigenlijk best veel. Het is een soort kwintencirkel, of zoals die typmachine-hack, “the quick brown fox jumps over the lazy dog”, waarin alle letters van het alfabet zitten.

Jay: Echt? Dat wist ik niet!

Dave: Dus, dat is het equivalent daarvan op de blazer.

Toffe hack! Nu iets heel anders. Jay heb jij je eerste gitaar nog?

Jay: Ik heb mijn eerst gitaar nog, ja. Die zit in een oude koffer die ik laatst vond tijdens het verhuizen. Ik heb al jaren niet meer op dat instrument gespeeld. Het is een beginnersmodel, lijkt op een Aria Pro, maar dat is em niet. Ik vergeet telkens de naam.

Die eerst gitaar heb ik nog een jaar lang gebruikt, voordat ik mijn Les Paul vond. Ik was toendertijd eigenlijk niet goed genoeg voor een Les Paul, maar ik vond em ergens gebruikt en goedkoop. Dus ik leende wat geld van mijn vader. [lacht] Het was goedkoop, maar ik kon het me nog niet veroorloven als vijftienjarige jongen. Ik heb em nog steeds en speel er ook nog steeds op.

Dave heb jij je eerste saxofoon nog?

Dave: Nee, die heb ik niet meer. Het was een altsax die ik inruilde voor een andere. Mijn hoofdinstrumenten zijn beide Coufs, en één daarvan heb ik al sinds 1980. Dat instrument neem ik niet meer mee onderweg, want die is oud en versleten. Er zit letterlijk geen glans of lak meer op en hij gaat af en toe kapot.

Maar zoals gezegd heb ik er twee, dus nu gebruik ik die andere die niet versleten is, en niet al twintig jaar mee op tour is geweest. Als je veel live speelt gaat er veel kapot, daarom neem je altijd een reservesaxofoon mee, voor het geval dat.  

“ik denk dat mijn eerste akkoord een G was.”

Dan nu een dilemma: je kunt kiezen tussen negen keer repeteren en één keer optreden, tegenover negen keer op het podium staan en één keer repeteren. Wat zou je kiezen?

Jay: De laatste optie staat gelijk aan de verhouding zoals die op tour is! [lacht] Repetities betalen de rekening niet. Als je net begint als band, ja dan zou je negen keer moeten repeteren voor een show. Maar als je eenmaal een beetje aan het giggen bent kun je dat beter blijven doen, in plaat van ergens binnen gaan zitten.

Dave: Ik zou zeggen dat je sneller leert op het podium. Als je daar eenmaal staat moet je het wel uitvogelen als je wilt voorkomen dat je voor gek staat voor allemaal mensen.

Heb je favoriete akkoorden of grondtonen waar je graag op terugvalt?

Jay: We proberen de toonsoorten te gebruiken die bij de stem van de zanger passen. Dus we gebruiken vaak F, Ab, Bb en G.

Dave: De meeste liedjes zijn in F en G geschreven door Vic’s stem. Soms Ab en C. Het hangt ervan af of het nummer gedreven wordt door de vocalen of de instrumenten. De instrumentele delen vallen meestal terug op C, Bm of Gm.

Jay, herinner jij je nog de eerste akkoorden die je ooit leerde?

Jay: Waarschijnlijk het G-akkoord of misschien het A-akkoord. Ik nam sporadisch lessen als ik iets wilde leren. Mijn vader speelde gitaar, mijn oudere broer speelde gitaar. Natuurlijk wilde ik ook spelen, maar mijn vader wilde het me niet leren omdat ik nog niet oud genoeg was.

In de vierde klas hadden we een muziekleraar die ons Marry Had a Little Lamb leerde, maar zijn methode was heel slecht. We leerden een noot per keer zonder dat er aandacht voor het grotere plaatje was. Ik heb nooit geleerd wat die noten betekenen en hoe ze in relatie tot elkaar staan.

Dus mijn eerste echte gitaarles was in een lokale muziekwinkel toen ik veertien was. In die ene les heb ik meer geleerd dan in die uren in de vierde klas of in de brugklas waar een vioolleraar ook gitaar doceerde.

Waar bestond die les uit?

Jay: Die man legde uit dat er twaalf noten zijn, waarvan in een bepaalde toonsoort vaak zeven gebruikt worden. Hij liet ook zien wat er gebeurt als je vingerposities naar boven en onder verschuift op de hals. Om terug te komen op je vorige vraag, ik denk dat mijn eerste akkoord een G was.

Zijn er tips of truc die je kunt delen met ons over het leren spelen van je instrument?

Jay: Je weet wat ze zeggen: “gitaar is makkelijk te leren, maar moeilijk te beheersen”. Dus je kunt gewoon de simpele handconfiguraties van de akkoorden leren en die dan op en neer over de hals verplaatsen. Met andere woorden: als je een E-akkoord kan spelen, een A-akkoord en de mineur van beide dan hoef je die alleen maar over de hals te verplaatsen.

Als je eenmaal weet hoe dat werkt met grondtonen op de lage E-snaar verplaats je gewoon een snaar omhoog en doe je hetzelfde nog een keer. Dat is best makkelijk om te begrijpen en het helpt je in het begin heel ver op weg. Het is alles wat je nodig hebt als je gewoon wat akkoorden wilt spelen en wilt meezingen.

“Fouten zorgen er vaak voor dat je nieuwe dingen gaat ontdekken”

Hoe kijk jij tegen akkoorden aan vanuit het perspectief van de saxofoon, Dave?

Dave: [lacht] Je bedoelt meerdere noten tegelijkertijd spelen? Dat is een mysterie voor mij. Voor een saxofonist is het belangrijk om de akkoorden die de anderen spelen te herkennen. Dat betekent de kleur, het geluid of de vorm van bepaalde progressies herkennen, zodat ik daar een melodie overheen kan leggen.

Welke liedjes van de Slackers zou je aan onze lezers aanraden om te oefenen?

Jay: Dat hangt af van wat je wilt oefenen. Sommige liedjes bestaan uit simpele akkoorden, terwijl ik dan een complexere slag uitprobeer. Op andere tracks wil ik slim overkomen en gebruik ik allemaal verschillende akkoorden terwijl de aanslag heel basaal is.

Laten we zeggen dat je het ritme goed wilt oefenen en dat ska-gedeelte goed onder de knie wilt krijgen. Er is een deuntje dat goed is om dat te oefenen, die heet The Same Every Day. Dat gaat helemaal om het ritme.

Toen schreef ik het Slackers-nummer Spaceman 3104, die gaat helemaal om slimme akkoorden. Ik probeerde echt een liedjesschrijver te zijn op dat nummer. Dus als je andere dan de basisakkoorden wilt leren, dan zou ik die aanraden.

Mooi! We zijn aangekomen bij de laatste vraag. Welke stukje algemeen advies zou je meegeven aan beginnende muzikanten?

Jay: Doe je eigen ding. Het is goed om je te laten inspireren door een band of artiest, maar blijf bij jezelf. Verder is het belangrijk dat het leuk blijft. Vind iets waar je blij van wordt; zelfs als je worstelt met het publiek, je bandleden of een liedje dat gewoon niet lukt. Zoek naar datgene waar je waarde uithaalt. Als je dat doet blijft je gemotiveerd en blijf je vooruitgaan. Zo word je ook beter met de tijd.

Dave: Oefen en probeer te klinken als andere muziek, leer van de manier waarop andere mensen spelen, en bedenk aan het eind van de dag dat fouten maken erbij hoort. Die fouten zorgen er vaak voor dat je nieuwe dingen gaat ontdekken, dus daar moet je gewoon mee leven. Zo kom je erachter wie je echt bent.

Wat vind je van dit artikel?👍 👎Je hebt al gestemd!