Omkeringen (inversions)

Wat zijn omkeringen en inversies?

Het veranderen van de volgorde van de noten van een akkoord wordt een omkering of inversie genoemd. Omkeringen geven verschillende akkoordvormen op de piano, gitaar, ukelele en andere harmonische instrumenten, terwijl de kwaliteit van het akkoord hetzelfde blijft. De termen ‘inversies’ en ‘omkeringen’ betekenen hetzelfde.

Waarom zou je omkeringen gebruiken? 

En waarom is het soms handig om de volgorde van noten te wijzigen?

Om soepele overgangen van het ene akkoord naar het andere akkoord te bewerkstelligen en zo ons leven makkelijker te maken.

Heb je ooit meegemaakt dat je vingers heel veel over de gitaarhals of het toetsenbord moeten springen, omdat de akkoorden ver uit elkaar liggen? Het is een van de hordes die we allemaal op een bepaald moment in onze muzikale ontwikkeling moeten nemen. Hierbij komen omkeringen goed van pas!

Een ander voorbeeld waar omkeringen superhandig zijn is wanneer je één akkoord lange tijd achter elkaar moet spelen. Dat kan saai worden. Het spelen van andere versies van hetzelfde akkoord kan je begeleiding echt een stuk interessanter maken. Verras jezelf, je luisteraars en je bandleden!

Omkering van het C-majeurakkoord

Laten we nu kijken naar een paar omkeringen van het C-majeurakkoord. De standaard volgorde van noten is: C, E, G.

De eerste omkering maken we door de C naar het einde te verplaatsen: E, G, C. Als we vervolgens de E achteraan zetten, hebben we een tweede omkering: G, C, E. 

Verplaatsen we vervolgens de G naar het einde, dan zijn we terug bij het eerste voorbeeld. Het C-majeurakkoord heeft dus twee omkeringen. 

Voorbeelden van omkeringen van het C-majeurakkoord voor piano:

Voorbeelden van omkeringen van het C-majeurakkoord voor gitaar:

De meeste gitaarakkoorden bestaan uit meer dan drie snaren. Omkeringen zijn dus vaak ingebed in het ‘volledige akkoord’. Dat betekent dat het (omgekeerde) akkoord wordt omgeven door andere noten van het akkoord. Hier zijn drie voorbeelden van C majeur akkoorden op gitaar: (van links naar rechts) de C majeur drieklank, de eerste inversie en de tweede inversie.

Voorbeelden van omkeringen van het C-majeurakkoord voor gitaar:

Voorbeelden van omkeringen van het C-majeurakkoord voor ukelele:

Akkoordnamen van omkeringen 

Het omkeren van een akkoord heeft invloed op de naam van het akkoord. Als je een nummer speelt aan de hand van akkoordsymbolen (D, E, F#, etc.) heb je de volgende vreemde akkoordsymbolen misschien ook al eens gezien: C/E of Dm/F. Dit zijn slash-akkoorden. De linker letter verwijst naar het akkoord, de rechter naar de basnoot.

De standaard volgorde van de noten in het C-majeurakkoord is C, E, G, waarbij de C de basnoot is. Echter, in het C/E-akkoord is de E de basnoot. Dat betekent dat dit de eerste inversie van het C-majeurakkoord is; simpelweg omdat de eerste inversie van C een E in de bas heeft (E, G, C).

En wat als we een C/G-akkoord tegenkomen. Wat is dat? Juist, dat is de tweede inversie van het C-majeurakkoord. Met andere woorden, dit is het C-majeurakkoord met G als bas.

Omkeringen met Romeinse en Arabische cijfers

Er is nog een andere manier om omkeringen weer te geven, namelijk met Romeinse cijfers (I, II, III, etc) en Arabische cijfers (1,2,3, etc). De Romeinse cijfers verwijzen naar de harmonische opbouw van het akkoord. Ze geven de afstand aan ten opzichte van de tonica van het akkoord. De Arabische cijfers geven de omkeringen aan.

Laten we bij het voorbeeld van het C-majeurakkoord blijven en aannemen dit het hoofdakkoord van een nummer is. Op basis van de C-majeurtoonladder kunnen we de volgende drieklanken opbouwen: C, Dm, Em, F, G, Am, Bdim, C. 

De C-majeur staat op de eerste toontrap en wordt dus aangegeven met het Romeinse cijfer I. Kleine letters worden gebruikt voor het noteren van mineurakkoorden. In het voorbeeld van de C-majeurtonladder wordt de Dm dus aangeven met een ii; de Em is een iii; de F een IV, enzovoorts.  

Voor de Arabische cijfers is het belangrijk om te vermelden dat het C-majeurakkoord drie noten bevat. Het is dus een drieklank. Voor drieklanken geldt dat inversies aangegeven worden met de Arabische cijfers 6 en 4.

De eerste inversie van het C-majeurakkoord (E, G, C) wordt als volgt genoteerd:

 

Het interval tussen de E en C is een sext — intervallen worden aangeven met Latijnse rangtelwoorden, prime, secunde, terts, enzovoorts. Deze eerste omkering wordt daarom een sextligging genoemd.

De tweede inversie van het C-majeurakkoord (G, C, E) wordt genoteerd als:

 

Het interval tussen de G en C vormt een kwart, die wordt aangegeven met de 4. De 6 staat wederom voor het interval sext tussen G en E. Deze inversie wordt een kwart-sext-ligging genoemd. 

Voor septiemakkoorden zijn de Arabische cijfers anders, aangezien septiemakkoorden 4 noten hebben.

Lees meer over omkeringen:

C akkoord

G7 akkoord

B7 akkoord

 

Wat vind je van dit artikel?👍 👎Je hebt al gestemd!