Majeur

Majeur is een fundamentele term in de muziek, die betrekking heeft op verschillende onderwerpen, zoals:

  • Majeurtoonladders
  • Majeurintervallen
  • Majeurakkoorden

Majeurtoonladders

Over het algemeen wordt de term majeur gebruikt om de toonsoort van een muziekstuk te beschrijven. Klinkt de muziek vrolijk en positief, dan heb je te maken met majeur. Voorbeelden van majeurtoonsoorten zijn C-majeur, D-majeur, B-majeur, Es-majeur, As-majeur, etc.

Wat is een toonsoort?

De toonsoort wordt in bladmuziek aangeduid met de voortekening. Dit is een combinatie van kruizen (#) en mollen (b) die op de notenbalk wordt geplaatst, direct na de muzieksleutel. De voortekens staan op de lijnen die overeenkomen met de noten die verhoogd of verlaagd zijn.  

De D-toonladder bestaat bijvoorbeeld uit de volgende noten: D, E, F♯, G, A, B, C♯. Dit zie je terug in de twee kruizen (#) op de notenbalklijnen die overeenkomen met de F en C.

Two sharps (#)

Two sharps (#)

De toonsoort en het tooncentrum

De toonsoort markeert ook het tooncentrum en het tonica-akkoord van een muziekstuk. Akkoordprogressies in liedjes en composities eindigen vaak op het tonica-akkoord. Dit akkoord klinkt stabiel, omdat het helemaal klopt met de toonsoort van het nummer. 

Als het liedje bijvoorbeeld in C-majeur staat dan is het tonica-akkoord de C-majeur. Staat het nummer in D-majeur, dan is het tonica-akkoord? Precies! Het D-majeurakkoord.

Wat is het verschil tussen de majeur- en mineurtoonsoort?

Allereerst is er een duidelijk klankverschil tussen mineur en majeur. We ervaren majeur als opbeurend, vrolijk en opgewekt, terwijl mineur wordt geassocieerd met melancholie en een verdrietige vibe.

De majeurtoonladder wordt gekenmerkt door de majeur toonladder en het majeur tonica-akkoord. Logischerwijs wordt de mineurtoonladder gekenmerkt door de mineur toonladder en het mineur tonica-akkoord. Lees verder om meer te weten te komen over majeurakkoorden en toonladders.

Wat zijn majeurintervallen?

Majeur is gerelateerd aan vier muziekintervallen: de secunde, terts, sext en septiem. Elk van deze intervallen heeft twee versies: klein of groot. Het verschil tussen de kleine en grote versies is het aantal hele en halve tonen tussen de noten. Het woord majeur staat voor de grote versie; het woord mineur voor de kleine.

De grote secunde bestaat bijvoorbeeld uit één toon; de kleine secunde bestaat uit een halve toon. 

Dit zijn de majeurintervallen:

Major intervals

Major intervals

Dit zijn de majeurintervallen op de piano:

Major intervals on piano

Major intervals on piano

Wat is een majeurakkoord?

Een basis majeurakkoord bestaat uit drie noten die twee intervallen creëren: een grote terts en een kleine terts. Dit geluid klinkt in onze oren als majeur; vrolijk en optimistisch. 

In een majeurakkoord maken de eerste noot (de grondtoon) en de tweede noot een grote terts. De tweede noot en de derde noot geven een kleine terts. Als een majeurakkoord alleen uit deze drie basisnoten bestaat, wordt het een majeurdrieklank genoemd.

Major minor third

Major minor third

Het C-majeurakkoord, een drieklank, bestaat bijvoorbeeld uit de grondtoon C, een tweede noot E en een derde noot G. In de onderstaande afbeelding kun je zien hoe je de C-majeurdrieklank speelt.

De grote terts is een zeer belangrijk interval binnen dit akkoord, omdat het voor die vrolijke majeurvibes zorgt. Simpel gezegd, het majeurgeluid komt door de grote terts tussen de eerste (grondtoon) en tweede noot.

Hier is een voorbeeld van het C-majeurseptiemakkoord op piano waarin de grote terts is uitgelicht:

Major third interval on piano

Major third interval on piano

Wat is het verschil tussen een majeurakkoord en een mineurakkoord?

Technisch gezien is het verschil tussen majeur- en mineurakkoorden het interval tussen de eerste (grondtoon) en tweede noot van het akkoord. In het geval van een majeurakkoord is dit interval een grote terts. In het geval van een mineurakkoord is het een kleine terts. 

Een grote terts of kleine terts bepaalt de algemene klank van het akkoord; het majeurakkoord klinkt positief en vrolijk, terwijl het mineurakkoord juist melancholisch en droevig klinkt. 

Majeurtoonladders

Het eenvoudigste voorbeeld van een majeurtoonladder is de C-majeurtoonladder; dit zijn alle witte toetsen van de ene C-toets naar de volgende C-toets een octaaf hoger.

Speel en luister eens naar een majeurtoonladder op je instrument en je herkent de vrolijke majeurvibes. Een van de kenmerken van de majeurtoonladder is de grote terts tussen de grondtoon en de derde noot van een toonladder.

Major third

Major third

Wat vind je van dit artikel?👍 👎Je hebt al gestemd!